• Thema viering: vrouwen wijzen de weg
  • Bezinningsbijeenkomst in de Veertigdagentijd.
  • Hongerdoek Bijbelse Vrouwen.

Inleiding
De hier volgende overwegingen zijn gemaakt bij de afbeeldingen van het Honger ­doek 'Bijbelse vrouwen'. De Indiase kunstenares Lucy d'Souza heeft op dit doek de verhalen van zeven bijbelse vrouwen afgebeeld, hun verwachting, hun strijd, hun vreugde. Tegelijkertijd wordt in de afgebeelde personen iets zichtbaar van het dagelijks leven van vrouwen uit het Zuiden in het algemeen en van Indiase vrouwen in het bijzonder. Vooral ook de belangrijke rol die zij in het ontwik ­kelingswerk spelen komt naar voren. Ook degenen die niet in de gelegenheid zijn om het hongerdoek aan te schaf­fen, kunnen van de onderstaande teksten een vruchtbaar gebruik maken. Op de eerste plaats natuurlijk in ongewijzigde vorm, tijdens een bezinningsbij ­eenkomst. Maar ook door gedeelten te gebruiken tijdens andere vieringen in de Veertigdagentijd.
In deze bezinningsbijeenkomst wordt gebruik gemaakt van een menora of zeven ­armige kandelaar. De menora stond in de Joodse tempel, totdat deze door de Romeinen werd geplunderd en verwoest. Op de triomfboog van Titus in Rome is te zien hoe de menora als buit werd meegevoerd. Bij een overweging over zeven bijbelse vrouwen als lichtende voorgangers lijkt het ontsteken van de lichten van de menora een toepasselijke symboliek.
De meeste liederen die gesuggereerd worden voor deze bezinningsbijeenkomst, komen uit de bundels Eva's Lied en Alles wordt nieuw. Deze bundels werden uitgegeven door respectievelijk uitgeverij Kok te Kampen en uitgeverij Callenbach te Nijkerk. U kunt natuurlijk ook voor andere passende liederen kiezen.

Openingswoord
Gods woord en werk gebeurt door mensen. Zij laten ons een glimp van God zien. Zij zijn zelf weer lichten op het pad van medemensen. De Bijbel heeft ons vooral mannenverhalen doorgegeven. Maar Gods werk wordt ook door vrouwen voortgezet. Daarvan getuigen vele, soms vergeten verhalen uit de bijbelse traditie.
Verhalen over vrouwen zonder naam. De vrouw die Jezus kleed aanraakt en genezing vindt. De vrouw uit Samaria die getuige wordt van Jezus' Messias zijn. De Kananese vrouw die omwille van het leven van haar dochter niet moe wordt Jezus op zijn zending te wijzen. De vrouwen in de verhalen van Jezus: beelden van Gods Koninkrijk dat komen moet.
Maar er zijn ook vele vrouwen met een naam en een duidelijk gezicht. Sara, de stammoeder, die Israël doet uitgroeien tot een volk zo talrijk als de sterren aan de hemel. Mirjam, de profetes, die Gods bevrijding viert. Sifra en Pua die zich durven verzetten tegen de machtige Farao. Ruth en Noëmi die iets zichtbaar maken van Gods eeuwige trouw. Maria, de moeder van Jezus, die zingt over God als bondgenoot van arme en kleine mensen. Maria Magdalena, de eerste getuige van Jezus' verrijzenis.
Ook nu nog getuigen vrouwen over de hele wereld van Gods scheppende en leven ­wek ­kende kracht. In situaties van geweld en dood blijven zij de behoed ­sters van leven. Ondanks doodsbedreiging blijven zij opkomen voor het leven van wie hen dierbaar zijn. Want leven is voor hen sterker dan de dood. In onze dagen heten zij Rigoberta, Teresa, Domitila, Nawal, Dorothee. Maar ook nu weer zijn de meesten ons niet met name bekend.
Om deze vele vrouwen te gedenken, komen we hier samen. En we vragen God dat zij lichtende wegwijzers mogen zijn op ons pad.

Lied

Gekende zusters
Uit: Eva's Lied II, nr.1

1 LEVENSKRACHT

Bijbel

Jezus zei: 'Waarop gelijkt het Koninkrijk Gods, waarmee zal ik het vergelij ­ken? Het gelijkt op een mosterdzaadje, dat iemand in de tuin zaaide; het groeide en werd een grote boom en de vogels uit de lucht nestelden in de takken.' Hij zei ook nog: 'Waarmee zal ik het Rijk Gods vergelijken? Het gelijkt op gist, die een vrouw in drie maten bloem verwerkte, totdat deze in hun geheel gegist waren.' (Lucas 13,18 -20)

Overweging

Vrouwen maken de helft van de wereldbevolking uit. Ze doen 7/10 van alle arbeid en ontvangen daarvoor 1/10 van alle inkomsten. De Indiase dichteres Amrita Pritam zegt daarover: De arbeid van de vrouw is onzichtbaar, onhoorbaar, onbetaald, onderbetaald en niet erkend. Dat is zo wat haar werkzaamheden in en om het huis betreft. Onbetaalde arbeid wordt niet geteld. Een Afrikaanse vrouw bijvoorbeeld doet 75 % van het werk op het land en 95% van het huishoudelijk werk, en toch zal haar man zeggen: Mijn vrouw? Die werkt niet. Maar ook bij betaalde arbeid zijn vrouwen er gewoonlijk slechter aan toe dan mannen. Vrouwen in de landen van het Zuiden vindt men vooral in laaggeschoold werk. En dan krijgen ze ook nog voor hetzelfde werk veel minder betaald dan mannen.
Die discriminatie wordt voortgezet op heel veel andere gebieden. Bijvoorbeeld dat van onderwijs en vorming. Meisjes naar school sturen? Weggegooid geld! Ze trouwen immers toch en dan moeten ze in huis werken. Een veel gehoorde redenering. Maar Julius Nyerere, oud-president van Tanzania heeft ooit gezegd: 'Geef je een jongen onderwijs, dan voed je een persoon op; geef je een meisje onderwijs, dan onderricht je een land'.
We zien dat dan ook gebeuren op talloze plaatsen in het Zuiden: dat vrouwen de stimulans en drager zijn van de ontwikkelingen. Zij zijn de bezielende kracht achter allerlei sociale organisaties in wijk en dorp. Organisaties die bedoeld zijn om het leven van de gemeenschap nieuwe kansen te geven. Vrouwen in buurt ­comités. Vrouwen in basisgemeenschappen. Tegen de verdrukking in. Vaak met de dood bedreigd, door machthebbers van boven en terroristen van onderen. Maar ze gaan door. Gedragen door een onverwoestbaar geloof in leven en toekomst.
Werkend in het verborgene, van binnenuit, maar met een onuitroeibare levens ­kracht.
Zoals het kleine klompje gist, dat heel de logge meelmassa doet rijzen en tot leven brengt.
Zoals het kleine zaadje, dat wegen en rotsen kan doen splijten om uit te groeien tot een boom waarin plaats is onder de zon voor iedereen.

Gebed

Terwijl de eerste kaars van de menora, de zevenarmige kandelaar wordt ontsto ­ken, wordt gezegd:
Vrouw van het gist en het kiemende zaad:
wees een licht van levenskracht op onze weg.

Lied

Wil je wel geloven dat het groeien gaat
Uit: Alles wordt nieuw III, nr. 9
of: Lied van het zaad
Uit: Eva's Lied, nr. 37
of: Het lied van alle zaad
Uit: Randstadbundel, nr. 274

2 BEVRIJDING

Bijbel

Toen de paarden van Farao, met de wagens en de wagenmenners, in de zee gekomen waren, liet Jahwe de wateren van de zee over hen terugvloeien. Maar de Is ­raëlieten waren over de droge bedding gegaan, midden in de zee. En Mirjam, de profetes, een zuster van Aäron, pakte haar tamboerijn, en alle vrouwen volgden haar, dansend en spelend op de tamboerijn. Mirjam zong het refrein: 'Zing voor Jahwe, want Hij is de hoogste; paard en berijder dreef Hij in zee'. (Exodus 15,19 -21)

Overweging

Farao, paarden en wagenmenners. Het is een vertrouwd beeld door heel de mensen ­geschiedenis heen. Het beeld van mannen die de macht hebben en alles wat daar een gevaar voor schijnt te zijn, willen onderdrukken en uitroeien, te vuur en te zwaard. De namen van mannen staan vereeuwigd op gedenkplaten van brons en steen. Hun jaartallen staan in de geschiedenisboeken. Hun standbeel ­den staan op de marktpleinen in de landen van het Zuiden en van het Noorden. Liefst te paard. Liefst met wapenrusting aan. Liefst met veren op de hoed. Pauwen en kalkoense hanen.
Zelfs in kerkelijke kringen kan men soms het argument horen: De apostelen waren toch mannen! Een argument om vrouwen op hun plaats te wijzen en te houden. Want vrouwen zijn machtelozen zonder stem.
Maar zoals Mirjam en haar zusters eens hun stem verhieven aan de oevers van de Rode Zee om te zingen van bevrijding, zo doen ontelbare vrouwen het heden ten dage na. Ze geloven niet langer dat God geprezen wil worden door mannen ­stemmen alleen. Ze leggen zich niet langer neer bij een wereld die zou bestaan uit heersers en slavinnen. Zij geloven in een bevrijd volk in een land van vrede. Een land waar het goed toeven is voor vrouwen, kinderen en... mannen.

Gebed

Terwijl de tweede kaars wordt ontstoken:
Mirjam: wees een licht van bevrijding op onze weg.

Lied

Door de Rietzee
Uit: Eva's Lied II, nr. 8
of: Het lied van Mozes en Mirjam
Uit: Alles wordt nieuw I, nr. 9


3 VERZET

Bijbel

Ook richtte de koning van Egypte zich tot de Hebreeuwse vroedvrouwen - de een heette Sifra, de andere Pua - en sprak. 'Wanneer jullie de Hebreeuwse vrouwen helpen bij de bevalling, let dan goed op het geslacht van het kind; is het een jongen, dan moet je hem doden, is het een meisje, dan moet je het laten leven'. Maar de vroedvrouwen vreesden God en gaven geen gehoor aan het bevel van de koning; ze lieten de jongens in leven. (Exodus 1,15 -17)

Overweging

Vrouwen in verzet om het leven te beschermen tegen dictatoriaal geweld. Een oud verhaal. Maar het komt steeds terug. Overal waar mensenrechten met voeten worden getreden.   We zien de Dwaze Moeders voor ons op het Plaza de Mayo in Buenos Aires. Hun stille tochten zijn nog steeds een protest. Ze willen weten wat er gebeurd is met de 30.000 Argentijnen die zomaar van de aardbodem lijken te zijn verdwenen. Hun mannen, zonen, doch ­ters. Ze dragen foto's bij zich van hun verdwenen fami ­lieleden.
Hun acties hebben ook als een voorbeeld gewerkt voor vrouwen in andere landen waar mensen zo maar verdwenen zijn. Zo zijn groepen Dwaze Moeders ontstaan in landen als Chili, Uruguay, Guatemala, Filippijnen, Sri Lanka.
Tijdens een bijeenkomst samen met Europese solidariteitsgroepen in de kathe­draal Notre Dame te Parijs legde een groep Dwaze Moeders de volgende verkla ­ring af: Overal waar iemand verdwenen is, staat er een moeder, staat er een familie ­lid op, die het leven van de verdwenene voortzet, en die navraag doet, hopeloos en toch koppig volhoudend. Daarom verheffen wij binnen deze muren, die al zoveel smeekbeden gehoord hebben, onze stem: dat de verdwenen mannen en vrouwen van ons land en van de hele wereld weer levend zullen verschij ­nen.

Gebed

Terwijl de derde kaars wordt ontstoken:
Sifra en Pua: wees een licht van verzet op onze weg.

lied

Zing van de vrouwen
Uit: Eva's Lied II, nr. 4
of: Genade
Uit: Eva's Lied II, nr. 5
of: Het lied van de dwaze moeder
Uit: Eva's Lied II, nr. 31

4 SOLIDARITEIT

Bijbel

Ruth wierp zich diep gebogen voor Boaz ter aarde en zei: 'Waaraan heb ik het verdiend dat u zo goed voor mij bent? Ik ben toch maar een vreemdeling.' Boaz gaf haar ten antwoord. 'Er is mij uitvoerig verteld wat je na de dood van je man allemaal voor je schoonmoeder gedaan hebt; vader, moeder en geboorteland heb je verlaten om naar een volk te gaan dat je tevoren onbekend was. Jahwe, de God van Israël, onder wiens vleugels je een toevlucht gezocht hebt, moge je dat vergelden en niets laten ontbreken aan je loon.' (Ruth 2,10 -12)

Overweging

Het boek Ruth is een van de kleinste boeken uit het Oude Testament. Het vertelt dan ook niet over oorlogen van mannen, maar over solidariteit van vrouwen. Ruth en Noëmi, twee vrouwen van verschillend volk, beloven elkaar in een periode van eenzaamheid en armoede trouw te blijven tot in de dood. Ze zijn alles kwijt: hun familie, hun bezit. Ze hebben alleen nog elkaar. Samen proberen ze te overleven. En juist doordat ze elkaar niet loslaten, ontstaat er voor hen een nieuwe toekomst. Hun trouw roept ook in de mannenwereld om hen heen - de wereld van de rijke grondbezitter Boaz en zijn knechten - het beste wakker: gastvrij ­heid en verantwoordelijkheidsbesef.
Het is een beeld van wat we nog steeds om ons heen kunnen zien, met name in de landen van het Zuiden.
Vrouwen die de verantwoording nemen voor nieuwe vormen van solidariteit, terwijl de mannen het allang hebben laten afweten. Vrouwen die de handen ineen slaan, over familie- en landsgrenzen heen. In een gezamenlijke strijd voor een stukje grond, betere woningen, voldoende voedsel, onderwijs en gezondheid voor hun kinderen. Door hun verbondenheid staan ze sterk en weten ze zelfs vaak een vonk van enthousiasme over te laten slaan naar de mannenwe ­reld om hen heen.
Ook in onze eigen samenleving zijn vrouwen meestal de drijvende kracht van solidariteitsbewegingen binnen en buiten de kerk. Om grenzen te overschrij ­den en barrières neer te halen.

Gebed

Terwijl de vierde kaars wordt ontstoken:
Ruth en Noëmi: wees een licht van solidariteit op onze weg.

Lied

Lied van Ruth
Uit: Eva's Lied, nr. 6
of: Ruth
Uit: Alles wordt nieuw IV, nr. 5


5 BEWUSTWORDING

Bijbel

Maria sprak: 'Mijn hart prijst hoog de Heer, van vreugde juicht mijn geest om God mijn redder: daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienst ­maagd. En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig, omdat aan mij zijn wonderwerken deed, die machtig is, en heilig is zijn Naam. Barmhartig is Hij van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. Heersers ontneemt Hij hun troon, maar verheft de geringen. Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen.' (Lucas 1,46 €‘53)

Overweging

De kern van iedere bevrijding bestaat in de bewustwording van de armen zelf: dat zij weer gaan geloven in hun eigen waarde en in hun eigen kracht. Hoe vaak zijn armoede en vernedering niet afgeschilderd als Gods heilige wil? Hoe vaak is God niet juist aan de armen voorgehouden als instandhouder van de bestaande machtssituatie? Een onderdrukkingsmiddel, efficiënter dan zwepen of geweren.
Maria in haar Magnificat toont zich bewust geworden van het tegendeel. Macht ­hebbers stoot Hij van hun troon; kleine mensen verheft Hij! God kiest partij en staat aan de kant van de machtelozen.
Na en met Maria zijn vele arme vrouwen tot deze bewustwording gekomen. Juist vrouwen, omdat zij dubbel worden onderdrukt en vernederd: als arme en als vrouw.
Zoals een arme vrouw in een Braziliaanse basisgroep het uitdrukt: 'Ik denk dat God zijn zoon zo arm liet worden', net zo arm als wij 'om ons te laten ontdek ­ken dat we zelf belangrijk zijn. Niet om het aan onze bazen te laten zien, maar aan onszelf!'
Of met de woorden van een Filippijnse vrouw, arbeidster op de suikerrietvel ­den van het eiland Negros: 'Tien jaar geleden was het enige dat ik wist te zeggen: 'Ja baas, ja baas'. Toen ben ik bij de basisgroep gegaan. Ik heb geleerd dat ik iets waard ben. Het is niet waar dat er nooit iets verandert. Ik ben veranderd en dus zal het leven hier veranderen!'

Gebed

Terwijl de vijfde kaars wordt ontstoken:
Maria: wees een licht van bewustwording op onze weg.

Lied

Het lied dat Maria zong
Uit: Eva's Lied II, nr. 15


6 VOLHARDING

Bijbel

Jezus trok zich terug naar de streek van Tyrus en Sidon. Op een gegeven ogenblik trad een Kananese vrouw afkomstig uit dat gebied naar voren, luid roepend: 'Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter is van een duivel bezeten en wordt verschrikkelijk gekweld.' Maar Hij gaf haar in het geheel geen ant ­woord. Toen wendden zijn leerlingen zich tot Hem met het verzoek: 'Stuur die vrouw toch weg, want zij blijft ons achterna roepen.' Hij antwoordde: 'Ik ben alleen maar tot de verloren schapen van het huis van Israël gezonden.' Maar de vrouw kwam naderbij, wierp zich voor zijn voeten neer en zei: 'Heer, help mij!' Hij gaf haar ten antwoord: 'Het is niet goed het brood dat voor de kinderen bestemd is aan de honden te geven'. 'Wel waar, Heer', sprak zij, 'want de honden eten immers toch ook de kruimels die van de tafel van hun meesters vallen.' Daarop zei Jezus haar: 'Vrouw, gij hebt een groot geloof! Uw verlangen wordt ingewilligd.' En van dat ogenblik was haar dochter genezen. (Matteus 15,21 -28)

Overweging

In grove bewoordingen wijst Jezus de vrouw af. Hij zegt dat zij geen kind is, zoals de joden, maar een hond, een niet-joodse, een heidense, en dat daarom het brood van God niet voor haar is. Maar zij loopt niet moedeloos of woedend weg. Ze vecht terug, taai en volhardend. Een moeder voor haar zieke kind. Totdat Jezus zich gewonnen geeft.
Een geschiedenis van alle tijden. En zeker van de onze, waarin vrouwen van vele culturen opbotsen tegen de Westerse cultuur, die hun het recht op brood ontzegt. Ze kloppen aan bij de loketten van vele instellingen: bankgebou ­wen, zieken ­huizen, scholen, asielcentra. Tevergeefs. Wij gooien ons brood niet voor de honden. Wij hebben al genoeg eigen monden te voeden. Daarom staan overal grenspa ­len en barrières opgericht. Van vooroordelen, bureaucratie, han ­delsbeperkingen, schuldencrisis. Het hemd is nader dan de rok.
Maar de vrouwen geven niet op. Ze vechten door met taaie volharding. Zelfs waar mannen het niet langer kunnen aanzien en wegvluchten. Vrouwen vluchten zelden of nooit. De verantwoordelijkheid voor de toekomst van hun kinderen houdt hen staande. De verantwoordelijkheid voor het leven dat zij hebben gebaard en dat zij in stand willen houden.

Gebed

Terwijl de zesde kaars wordt ontstoken:
Kananese vrouw: wees een licht van volharding op onze weg.

Lied

Doorbraak, lied van de Syro-Phenicische vrouw
Uit: Eva's Lied II, nr. 17


7 GELOOF

Bijbel

Nadat Jezus in de vroege morgen van de eerste dag van de week verrezen was, verscheen Hij het eerst aan Maria Magdalena, uit wie Hij zeven duivels had uitgedreven. Deze ging het vertellen aan hen die zijn metgezellen waren geweest en nu rouwden en weenden. Maar toen die hoorden, dat Hij leefde en door haar gezien was, geloofden ze het niet. (Marcus 16,9 -11)

Overweging

Maria Magdalena en de andere vrouwen bij het graf: ze getuigen van geloof in toekomst en leven, terwijl hun omgeving zich al heeft neergelegd bij dood en einde. Het woord van de vrouwen brengt uiteindelijk ook de bange mannen weer bij elkaar in nieuwe gemeenschap. Sommige apostelen sputteren nog wat tegen, zoals de ongelovige Thomas in het Johannes-evangelie: 'Eerst zien en dan pas geloven. Eerst met mijn eigen vingers Jezus' wondetekens kunnen aanraken'.
We herkennen dat: eerst bewijzen, liefst wetenschappelijk. Liefst met onomstotelijke experimenten onderbouwd. Maar zo werkt leven niet. Dat ontstaat niet door wetenschappelij ­ke bewijzen. Het ontstaat door het geduldig geloof van mensen die eraan durven werken, zonder de uitkomst helder te zien. Dat geloof in leven en toekomst zien we bij veel vrouwen in het Zuiden terug. We zien het ook in eigen land, waar vrouwen vaak de dragende kracht zijn van heel veel groepen   binnen en buiten de kerk: groepen van missie, ontwikkeling en vredeswerk, milieugroepen, wereldwinkels, groepen rond antiracisme en mensen ­rechten. Vrouwen zijn in die groepen meestal overver ­tegenwoordigd. Zij brengen het steeds weer op om te geloven tegen alle verdruk ­king in. In een wereld van succesformules en grootschaligheid brengen zij het geduldig vertrouwen op in gemeenschap die langzaam moet groeien van onderop.

Gebed

Terwijl de zevende kaars wordt ontstoken:
Maria Magdalena: wees een licht van geloof op onze weg.

Lied

Maria Magdalena - apostel apostelorum
Uit: Eva's Lied II, nr. 24
of: Klein Paaslied
Uit: Eva's Lied, nr. 23
of: Pasen
Uit: Eva's Lied II, nr. 22