Eeuwenlang vormden katholieke gelovigen een voorhoede bij het streven naar een betere wereld voor iedereen. Het waren religieuzen van orden en congregaties die ook in onze landen scholen en universiteiten stichtten, hospitalen oprichten en aan landbouwontwikkeling deden. Ook bij het missiewerk in de nieuw ontdekte landen sloot het ontwikkelingswerk naadloos aan.


Een betere wereld

Het christendom was beschaving, het christendom bracht beschaving. Het woord van God moest verkondigd worden, niet alleen met woorden, maar ook metterdaad moest aan de vestiging van Gods rijk en zijn kerk op aarde worden meegebouwd. Zo vertrokken er in het voorspoor van priester-, ook broeder- en zustermissionarissen om de missie echt handen en voeten te geven. Naast kerken en kapellen voor het woord van God en de eucharistie, werden schooltjes en kliniekjes gebouwd en bemenst. Ze werden al vlug gevolgd door opleidingen waar toekomstige onderwijzers, verpleegsters en priesters werden opgeleid en niet te vergeten met centra voor vrouwenvorming. Het waren vaak ook missionarissen die de lokale talen op schift stelden en het eerste volkenkundig en cultuuronderzoek deden.

Noden van de tijd

Bij het bouwen aan de nieuwe geloofsgemeenschappen werd bewust gefocust op de noden van de tijd. Na de koloniale tijd participeerden missionarissen in de strijd om landhervorming, vochten tegen onrecht en onderdrukking en vormden basisgroepen om mensen te helpen weerbaar te worden. Hierdoor groeide de inzet voor sociaal-economische en sociaal-educatieve projecten en initiatieven van gezondheidszorg en noodhulp, die centraal staan in de hedendaagse ontwikkelingssamenwerking. Maar er ontstonden ook gespecialiseerde diensten voor nieuwe mondiale problemen, zoals de Refugee Service van de jezuieten (JRS) die wereldwijd voor ontheemden en vluchtelingen werkt. Een belangrijke component in de huidige missionaire opdracht is het werken aan bewustwording van de wortels van de huidige mondiale problemen en de ontwikkeling van wereldwijde solidariteit, waarop de franciscanen met Franciscans International (FI) zich hebben toegelegd. Of lobbywerk waarmee het Africa Faith and Justice Netwerk (AEFJN) zich in New York en Brussel bezighoudt. Dat netwerk is opgericht door een twintigtal missiecongregaties die in Afrika werkzaam zijn en heeft ook nationale afdelingen, in Nederland het Afrika Europa Netwerk (AEN). Ook kan in dit kader niet onvermeld blijven de Stichting Religieuzen tegen Vrouwenhandel (SRTV).

Professionele ondersteuning

Duizenden mensen waren de afgelopen eeuw in Nederland in de weer voor missionarissen, hun missiewerk en de kerken die ze stichtten. Ze bevolkten parochiële missiecomités, collecteerden voor hun werk en kregen informatie via 'missiebladen'. Ook 'professionele' hulporganisatie werden in het leven geroepen als de Medische Missie Actie, de Missie Verkeersmiddelen Actie, Agromisa of het Centraal Missie commissariaat. Nu heten die Memisa, gespecialiseerd in gezondheidszorg, Miva is gespecialiseerd in communicatie en vervoer, CMC  heet nu Mensen met een Missie en is nog steeds actief voor missionarissen en hun opvolgers. Memisa, Vastenaktie en Mensen in Nood zijn in 2000 gefuseerd tot de katholieke ontwikkelingsorganisatie Cordaid, die ook met overheidsgelden ontwikkelingsprojecten financiert. En de parochiële missiecomités zijn MOV- groepen geworden, groepen die zich in de parochies sterk maken voor Missie, Ontwikkeling en Vrede.
De Nederlandse Missieraad die fungeerde als platform voor de meeste katholieke organisaties voor missie en ontwikkeling en de bureaus voor missie in de bisdommen is eind 2008 opgeheven.