Nederland is van slag sinds de moord op Theo van Gogh en dat merk je in alle opzichten, zelfs bij het lezen van een boekje als 'Een Nederlandsche Martelares, Zuster Marie-Adolphine', uit 1925. Daarin wordt over haar martelaarschap in China gesproken.


Dat gebeurt in termen als 'Opgaan naar het groote Bruiloftsmaal', 'de palm der Martelaren aan de eerekroon der Maagdendierkx.jpg paren', 'in bloed gepurperde lelie'. Onwillekeurig denk je aan de jonge, als extremistisch geboekstaafde, moslims die het martelaarschap zoeken in naam van hun geloof. Net zo vurig als Marie-Adolphine, alias Kaatje Dierkx, blijkbaar naar het martelaarschap verlangde, zo lijken ook zij dat te doen. Met één toch niet te verwaarlozen verschil: zuster Marie-Adolphine wilde alleen zichzelf slachtofferen.

Als Kaatje Dierkx (1866-1900) is zuster Marie-Adolphine geboren en getogen in het Brabantse Ossendrecht. Ze kwam uit een arm gezin, verloor vroeg haar moeder en kwam bij een ander huishouden onder. Toen ze er de leeftijd voor had, ging ze werken in de enige fabriek die het dorp telde, een koffiebranderij. Daar pakte ze de gebrande koffie in. Maar ze bleef er niet. Kaatje kwam 'in betrekking' bij een rijke familie in het nabije Antwerpen. Daar kwam ze ook in aanraking met de Franciscanessen Missionarissen van Maria, de congregatie waar ze in 1893 als novice haar missionaire carrière zou beginnen.

Kaatje Dierkx zou zeven jaar in de Scheldestad blijven wonen. Ze deed er haar Eerste en in 1898 ook haar Eeuwige Geloften. Maar ze wist dat ze niet eeuwig en altijd de torenspits van de OLV-kathedraal zou zien, want haar orde was niet voor niets een missionaire. Haar bestemming zou een wending nemen in hetzelfde jaar dat ze haar Eeuwige Geloften aflegde. Er was toen een internationale tentoonstelling in Turijn waar ook een afdeling Missiewerk was ingericht. Daar was ook monseigneur Grassi, apostolisch vicaris voor de Chinese provincie Sjansi, gelegen ten westen van de hoofdstad Peking. Hij vroeg de Franciscanessen Missionarissen van Maria om vrouwelijke religieuzen te sturen voor werk in een weeshuis in die provincie. Uiteindelijk zouden er zeven zusters het avontuur wagen, onder wie zuster Marie-Adolphine.

Een reis naar China was toen geen sinecure. Eerst een bootreis van een maand naar Sjanghai met alle ongemakken vandien, zoals zeeziekte, vervolgens nog een reis over land van Sjanghai naar Sjansi, een tocht die even lang duurde als de zeereis. Op 4 mei 1899 kwam het groepje in de hoofd-stad van deze provincie aan, waar de zusters het weeshuis onder haar hoede zouden nemen en waar ze ook de 'palm der martelaren' te dragen zouden krijgen, waar in elk geval Marie-Adolphine naar verlangde, volgens het boekje.

De situatie in China in die tijd was explosief te noemen. Door overstromingen, mislukte oogsten en wanbestuur was de situatie van de boerenbevolking ellendig. En daar maakten antiwesterse kringen binnen de Chinese elite misbruik van. Ze kanaliseerden de onvrede en richtten die op de buitenlan-ders en hun zogenaamde 'handlangers', de Chinese christenen.
Nadat Marie-Adolphine anderhalf jaar in Sjansi had gewerkt, sloeg de vlam in de pan. Chinese opstandelingen, verenigd in het geheime genootschap van de Witte Lotus, begonnen te plunderen en te moorden. Ze vergrepen zich aan iedere buitenlander en Chinese christen die ze maar in handen konden krijgen De westerlingen gaven hun de naam Boksers, omdat de sekteleden mediteerden door boks bewegingen, die tevens voorbereiding waren op mogelijke gevechten.
In december 1900 werden ook Marie-Adolphine, haar zes medezusters en andere christenen in Sjansi het slachtoffer van de Boksers Opstand, zoals de Chinese furie werd gedoopt. Ze werden onthoofd in de residentie van gouverneur Yu Xian, die fel antiwesters was.

De slachtoffers van de Bokser Opstand, onder wie zuster Marie-Adolphine, alias Kaatje Dierkx, zijn in 2000 door paus Johannes Paulus II heilig verklaard, precies honderd jaar na hun gewelddadige dood. Dit zeer tot ongenoegen van de Chinese overheid. Deze vond het een belediging voor het Chinese volk. Waaruit maar weer eens blijkt dat wat de een ziet als een bewonderenswaardige geloofsdaad voor de ander zonder meer een affront of erger is. En dan zijn we ook weer terug bij Theo van Gogh en zijn moordenaar.
Meer informatie is te vinden op de website die bewonderaars van zuster Marie-Adolphine samenstelden:
www.zustermarieadolphine.nl.

p.l.